Fata Toscana

Blogger: Wiel Beijer - Wandelen met Wiel

Een stukje buitenland in Nederland. Een beetje excentriek in eigen land. Dat willen wij Zuid-Limburgers zo graag zijn. En omdat het groenigste groen, de heuvelende heuvels, de meanderende riviertjes en beekjes en de smakelijkste wijnen niet voldoende zijn om ons buitenlands karakter te accentueren, bedienen we ons graag van de Fata Toscana.

Dan nemen we bezoekers graag mee naar het Dunnenbosch op een van de flanken van de Gulpenerberg of gaan we in Eys bergop naar het Eyserbosschen en laten we hen kijken richting Eyser Heuvelrug. We zeggen niets maar wachten met voorpret op de verbaasde reactie van de bezoeker, wachten op het Fata Toscana moment. ‘Wauw, wat mooi, alsof ik in het buitenland ben. Zo mediterraan. Het lijkt wel de Toscane', horen we dan niet zelden van deze medewandelaars die voor het eerst staan van dit panorama genieten. Waar de ogen van die mensen dan van smullen?  In ieder geval niet van een luchtspiegeling. Evenmin van een landschappelijke illusie. Géén Fata Morgana. Daarginder staat helemaal in het echt een rij Italiaanse populieren op een heuvelrug tussen Eys en Partij.

 

Dit Toscanegevoel hebben we volgens geschiedschrijvers van de streek te danken aan Tom Brand, van de bekende brouwersfamilie uit Wijlre. Hij plantte in 1935 fruitbomen op wat we de Eyser Plantage noemen. En vijf jaar later, tijdens de Duitse bezetting, plantte hij langs de Karstraat dicht tegen elkaar een rij Italiaanse populieren. Niet om passanten een Fata Toscana te bezorgen, maar gewoon, heel praktisch, om zijn fruitbomen uit de wind te houden.

Die fruitbomen zijn in 1969 gerooid, omdat de grond eigenlijk niet zo geschikt was voor fruitbomen. Koren doet het op deze plek stukken beter. De populieren werden daarna eerst getopt en later werd het aantal gehalveerd. Waarom? Omdat ze vol met mussen zaten, die maar o zo graag het graan op wilden eten. Door die kap ontstond er een onregelmatigheid in de rij Italiaanse populieren en juist die onregelmatigheid zorgt voor prachtige doorkijkjes naar de heuvels rond het Geuldal en het Eyserbeekdal.

Tijdens de herinrichting van het Mergelland-Oost dreigden de populieren compleet gerooid te worden, omdat men ze zag als rare snoeshanen, als exoten die hier niet thuishoren. Gelukkig werd daar een stokje voor gestoken door mensen met oog voor natuurlijke schoonheid. Mede doordat de gemeente Gulpen-Wittem de Eyser Plantage grotendeels overnam konden de bomen gered worden. De Italiaanse populieren zijn inmiddels geworden tot wat we een beeldbepalend landschapselement noemen.

De staat van de bomen schijnt echter niet al te best te zijn. Vooral door gebrek aan onderhoud in het verleden. Maar ook door de droogte in voorbije jaren (al zou je daar dit jaar niet aan denken). Soms moet daarom een zieke populier gekapt worden. Maar er worden ook nieuwe bomen geplant. Daarvoor zorgt onder meer het Comité voor Behoud van de Eyser Plantage. Een burgerinitiatief dat altijd gelden zoekt om nieuwe bomen te kunnen kopen en planten. In 2013 werden zodoende bijvoorbeeld 23 nieuwe bomen geplant.

Inmiddels is de Eyser Plantage toegetreden door het select gezelschap van tien Groene Hotspots in Zuid-Limburg. Het is misschien de minst bekende naam in het illustere Groene Hotspots-rijtje: Maasvallei, Geleenbeekdal, Winthagen, Brunssummerheide, Ravensbosch, Geuldal, Meertensgroeve, Bergenhuizen en Eijsder Beemden. In dit lijstje staat niet het aan de Bissebeek gelegen dorp Swier nabij Wijnandsrade, waar ook een mooie Toscaanse bomenrij is te vinden. Dat komt misschien omdat die rij te netjes is en geen spannende doorkijkjes biedt.