Winter op de heide

Blogger: Wiel Beijer - Wandelen met Wiel

‘Komt dat zien. Winter Wonderland’. Dit is geen wervende slogan voor een winterevenement op het Pancratiusplein in Heerlen of op het Vrijthof in Maastricht. Geen uitnodiging om te komen schaatsen op de overdekte schaatsbaan of een hemels rondje te draaien in het reuzenrad. Nee, het is de tekst op een groot reclamedoek van de Vereniging Natuurmonumenten op hun eigen Schrieversheide. Om ons duidelijk te maken dat de heide ook in de winter mooi en dus een bezoek waard is. En dat is ie.

In mijn jonge jaren gingen we op zonnige zomerse dagen vaak op de fiets naar de heide. Niet om er te wandelen, maar om in het zand te liggen. Omdat het Noordzeestrand te ver weg was, gingen we naar het heidestrand om te zonnen, te sjansen met de zonnebadende meisjes en stoer te doen met de andere puberjongens. Het was vaak erg druk op dit strand in het hart van de Oude Mijnstreek. Complete ouderwetse families met veel kinderen kwamen met picknickbagage en ligdekens naar dit paradijsje om de alledag van die grauwe mijnstreek met zijn stoffige zwarte steenbergen even te vergeten op het warme zand. Tussendoor konden zij heerlijk afkoelen in het water van de Roode Beek.

 

Als we nu in de zomer de hei op gaan, is dat om te wandelen. Niet om zelf in het zand te gaan liggen, maar misschien een hagedis of zelfs een ringslang te zien zonnebaden. En natuurlijk om er eind augustus, begin september te genieten van honderden hectare paarse pracht als de heide in bloei staat.

Maar we wandelen er net zo graag in de winter. Zeker als we na weken van regen effe geen zin hebben om door de Zuid-Limburgse pratsj te baggeren, zoeken we op een zonnige dag de zandpaden van de heide op. Dan genieten we intens van dit golvende landschap zonder rechte lijnen, waar ieder kronkelpad anders is en waar zo veel natuurlijke variatie te vinden is: loofbossen, naaldbossen, open zandvlaktes, heidegebieden, moerassen en grote en kleine waterplassen.

 

De heide was niet altijd zo’n fraai ongerept natuurgebied. Een deel was vroeger een stortplaats van de gemeente Heerlen. Gestort gif zit nog steeds in de bodem. Ook was er na de Tweede Wereldoorlog een tijdlang een militair oefenterrein. En daar waar nu op en in de Koffiepoel watervogels, padden en kikkers hun domein hebben, was vroeger een bruinkoolgroeve. Verderop was ook nog een grindgroeve en een groot deel van de heide is opgeofferd aan de winning van het kostbare zilverzand. Mogelijk krijgt de regio over enkele jaren voor het afstaan van al dit ‘zilver’ een heus dagstrand met natuurbad terug.

 

Tot die tijd moeten we in de zomer, maar ook in de winter, tevreden zijn met het strand van de Roode Beek, waarvan het water inderdaad rood kleurt. Die naam dankt de beek aan een bloedige legende. In dit gebied vochten ongeveer tweeduizend jaar geleden de Hessen, een Germaanse stam, op leven en dood tegen de Romeinse overheersers. Al het bloed van de vele doden en gewonden van die veldslag stroomde in de beek en kleurde het water rood. Nu weten we beter. Het water is roestkleurig omdat de bodem en met name het grondwater plaatselijk veel ijzer bevat. Dat is overigens ongevaarlijk.