Een vrouw wandelt over een geasfalteerd wandelpad

Asfalt cowboys

Blogger: Wiel Beijer - Wandelen met Wiel

Iedereen die mij kent, weet dat ik graag berg-op-berg-af wandel over smalle soms glibberige bospaden, over drassige weidepaden of over onverharde landwegen vol gaten. Ook ben ik erkend fan van de Zuid-Limburgse pratsj. Die unieke löss-pratsj die als uitstekende secondelijm kleeft aan de zolen van je wandelschoenen. Voor het stampen met beide voeten in een poel pratsj op mijn pad ben ik graag bereid mijn schoenen na afloop van een wandeltocht een goede schoonmaakbeurt te geven.

Maar toch, af en toe, heel af en toe, wil ik met schone schoenen thuiskomen. Dan wil ik gewoon een eindje wandelen over – al dan niet vlakke – wegen. Ja, ik durf het hier toe te geven, over geasfalteerde wegen. Zeker na enkele uren van vermoeiend pratsj-wandelen is een eindje ontspannen wandelen over egaal asfalt puur genot.

Niet in de zomer als het heet is en het asfalt warm is en plakkerig als Hollandse drop. Nee, dan is het veel te heet op het asfalt. In tropische hitte transpireer je emmers vol tijdens inspanningen op een laag asfalt. Vraag dat maar aan Max Verstappen.

Vanwege een vervelende blessure van mijn wandellief hebben we de afgelopen weken regelmatig door dat lichamelijke ongemak gedwongen over asfalt gewandeld. Gewoon omdat asfaltwandelen lekker loopt en daardoor minder belastend is. Zeker voor je rug.

We hebben enkele favoriete autovrije/auto-arme asfaltroutes. Ons zondags rondje vanuit Heerlen voert over landgoed Terworm naar Ten Esschen en terug. Beetje bos en beetje agrarisch landschap, niets mis mee. En altijd de meanderende Geleenbeek in de buurt, maar helaas ook twee autowegen. Een tweede favoriet voert ons over het Plateau van Doenrade en wel het deel tussen Windraak en Puth met de Wanenberg als hoogste top. Een beetje glooiend door een mooi afwisselend landschap met onderweg veel houten beelden. Daar is het vrij stil, geen autoweg in de buurt.

Asfalt lijkt misschien een vrij modern chemisch goedje, maar is in feite een natuurlijk product dat zo oud is als Metusalem. De antieke Mesopotamiërs maakten met asfalt hun baden waterdicht en de Feniciërs hun schepen. De eerste weg van asfalt werd in het jaar 636 vóór Christus aangelegd in Babylon, je weet wel die schone sprookjesstad aan de Eufraat, de stad met de hangende tuinen.

De eerste moderne asfaltweg werd – uiteraard - in de Verenigde Staten aangelegd in Newark in New Jersey. Rond het jaar 1900 werd in Europa een nieuw soort asfalt gemaakt, samengesteld uit mineraal aggregaat en bitumen. Nog steeds, al wordt er volop in die samenstelling gevarieerd. We kennen allemaal het ZOAB, Zeer Open Asfalt Beton, en het fluisterasfalt. Fluisterasfalt klinkt ons wandelaars sympathiek in de oren. Zeker als er een autoweg loopt vlakbij een wandelgebied. Fluisterasfalt is niet nodig om te wandelen. Zo hard stampen wij wandelaars nou ook weer niet.

Om op asfalt te wandelen hoeven wandelaars dus beslist niet in de asfalt jungle van de stad te zijn. Dat oerwoud doet fanatieke filmfans natuurlijk meteen denken aan de Amerikaanse film noir De Asfalt Jungle uit 1950, met een kleine hoofdrol voor de dan nog onbekende Marylin Monroe. Het is een misdaadfilm over verwikkelingen rond een juwelenroof, maar zonder dat er gewandeld wordt. Eerder rennen op de vlucht voor de politie. Wandelen, nee, daar doen deze asfalt cowboys niet aan! Die scheuren met hun grote Amerikaanse sleeën zo hard door de jungle dat het asfalt openscheurt.

Dat gebeurt niet als wij onze wandelschoenen voorwaarts sturen over landelijk asfalt. Het snelste dat ons daar regelmatig passeert zijn racefietsers. Helaas vaak zonder bel aan het stuur. Over asfalt cowboys gesproken.