Op pad met Wandelboswachter Ellen - Schinnen

Slingerende Geleenbeek & glooiende heuvels

Wat heerlijk! Na al die weken regen en bewolkt weer schijnt eindelijk de zon. Ik heb ontzettend veel zin in een heerlijke wandeling bij Schinnen. Ik kom niet zo vaak in deze hoek. Veel mensen, en dus ook ik, gaan voor een Zuid-Limburgse route vaak ‘onder’ de A79 wandelen. Maar ook andere delen van Zuid-Limburg, zoals de regio Parkstad, hebben veel te bieden. Daar ben ik tijdens deze route wel achter gekomen.

Om te zorgen dat ik de lunch bij de horeca ‘Bie de bron’ in het midden van de route heb zitten, wandel ik eerst richting de kerk van Schinnen om daar de trappen te nemen naar de Mariakapel. Nog niet warm gelopen zijn de trappen om de top van de Krekelberg te bereiken een hele klim. De kapel heeft het uiterlijk van een mini-kerkje en met het Geleenbeekdal op de achtergrond staat het prachtig in het landschap.

Over de velden loop ik naar een andere top, die van de Krekelberg. Hier kan ik niet om de imponerende beukenlaan heen. De lente dient zich in de vorm van narcissen al aan. Door de bomen komt een buizerd aangevlogen. Hij ziet mij niet en gaat recht voor me op een tak zitten. Helaas wel achter de stam van een boom. Ik blijf roerloos staan, want ik wil hem niet verstoren. Na enige tijd heeft ie het wel gezien en vliegt hij door het bos weer over de Zuid-Limburgse heuvels. Het voordeel van stil staan is dat je de natuur om je heen goed kunt opnemen. Ga eens stil staan of ergens zitten en kijk eens goed om je heen. Misschien denk je in het begin: “hier is niks te zien”. Maar voor wie langer kijkt, gaat het landschap leven. Een merel zoekt tussen de bladeren naar wormen, een eerste hommel speurt naar een nestplaats of die gele korstzwam op een dode boomstam.

Het landschap waar ik doorheen loop is kleinschalig. Overal hagen, boomgaarden, een typisch Limburgs kruis en hoeves. De winterzon brandt op mijn gezicht en als ik vanuit Thull heuvelop loop, voelt wordt het wel warm aan. Even sta ik wil bij het oorlogsmonument; wat een ontzettend jonge slachtoffers. In het bos dat volgt vind ik een beuk die al flink aan het aftakelen is. Echte tonderzwammen zitten op de stam. Tonderzwammen groeien op dode en verzwakte bomen en kunnen jaren oud worden. Als de boom omvalt, draaien de zwammen mee, zodat de onderkant ook de onderkant blijft.

Als ik weer bij de hoeves van het buurtschap kom, vallen mij bij een huis de gedecoreerde luiken met zwaluwen op. Boven aan de dakrand zit het huis vol met zwaluwnesten, wat zal het hier in de zomer een feest zijn om naar te kijken. Nu zijn we nog te vroeg. Zwaluwen trekken in de winter helemaal naar het zuiden van Afrika. In april komen ze weer terug op de plek waar ze vorig jaar ook gebroed hebben. Ontzettend knap hoe hun ingebouwde kompas werkt.

Dan is het tijd voor de inwendige mens. In de nieuw horeca van de Alfa brouwerij ‘Bie de bron’ is het lastig een keuze te maken uit de kaart. Deze moderne zaak is prachtig ingericht met eigentijdse meubels en decoratie. Na een lekkere saté ga ik weer op pad en vanaf nu wordt het landschap compleet anders. De heuvels laat ik achter me en het beekdal van de Geleenbeek ontvouwt zich aan mijn voeten.
Eerst wandel ik over de vlindervlonder. Ik moet hier in de zomer toch nog maar eens terug komen, want in het midden van deze vlonder wordt speciaal beheer uitgevoerd ten behoeve van de vlinders. Vanaf de vlonder kun je ze dan goed bekijken en hun gedrag volgen zonder dat ze verstoord worden.

Ook aan de rand van de Mulderplas is het lente. De sneeuwklokjes staan nog in bloei en de aalscholvers zitten heerlijk te zonnen op het schiereilandje in het midden van de plas. De Mulderplas is een restant van een slikvijver die gemaakt is ten behoeve van de Staatsmijnen. Na de sluiting van de mijnen is het gebied ontwikkeld tot een waardevol natuurgebied. In het bos rondom de Mulderplas kom je bijzondere planten tegen, als muskuskruid, slanke sleutelbloem en reuzenpaardenstaart. Ook zijn er meer dan 30 rode lijst paddenstoelen gevonden. Dankzij het mijnslib vinden veel soorten in dit gebied een goede leefomgeving.

In de Mulderplas zwemmen ook veel eenden en ganzen, zoals de grote Canadese gans. Zoals de naam al zegt komen deze vogels uit Noord-Amerika en Canada. De Canadese ganzen die we in Nederland hebben, zijn vaak ontsnapte volière- of parkvogels, die het hier erg goed doen. Ze vinden in ons land en dus ook in de Mulderplas een fijne broedplek. Ze zijn te herkennen aan de witte halsvlek die vanaf de onderkant van de snavel doorloopt tot achter de ogen.

Verderop word ik getrokken naar een lange vlonder, het rietpad. Het rietveld wordt gebruikt om het water op een natuurlijke manier te zuiveren om het later te gebruiken voor de productie van het bier van de Alfa Brouwerij. Ga eens lekker op het bankje zitten en luister naar het gezang van de rietzanger of ontdek de rietgors.

Meteen na de vlonder zie ik voor het eerst de Geleenbeek. In 45 kilometer stroomt deze beek door het landschap van Zuid-Limburg. Vanwege de mijnindustrie is deze beek in de jaren vijftig rechtgetrokken. De afgelopen jaren wordt er hard gewerkt om de beek weer zijn natuurlijk loop terug te geven. Vanaf de brug kun je goed het verschil zien tussen links, de oude rechte situatie en rechts, de natuurlijk beek. Onder andere ijsvogels en gele kwikstaarten vinden bij de nieuwe beek een prachtige leefomgeving.

Nog genietend van de beek stuit ik meteen op een volgend hoogtepunt, het mijnspoorpad. Hier in het Geleenbeekdal liep een oud mijnspoor. Dit oude spoor is nu een fietspad geworden en door de educatieve mijnspoorpalen en de mijnlamp die ook nog informatie geeft, komt het oude mijnverleden tot leven.

Ik wandel door het rustgevende Geleenbeekdal richting de kerk van Schinnen. Onderweg vallen de aronskelken mij op, een echte stinsenplant die in april bloeit met een witte kolf omhoog. Foto’s maken van deze soort is mooi, maar aanraken is geen advies, want de bloem is giftig. Eenmaal bij de kerk, met een toren die stamt uit de 11e eeuw, aangekomen zit de route er weer op. Wat een mooie afwisseling biedt het landschap van Schinnen.