Prehistorische vuursteenwinning
In 1881 ontdekte de Belgische archeoloog Marcel de Puydt de prehistorische vuursteenmijn in Rijckholt. De mijn in de oostelijke dalwand aan de Maas was vermoedelijk de belangrijkste winplaats van vuursteen in Zuid-Limburg. De vuursteen komt voor in banken in de kalksteen van Lanaye en werd sinds 4000 voor Christus in het neolithicum gedolven. De delvers gebruikten het om er gebruiksvoorwerpen voor de jacht en de vlees- en akkerbewerking van te maken.
Vuursteenmijnen toen en nu
In heel Zuid-Limburg vond vuursteenwinning plaats in ongeveer tweeduizend mijnschachten. Waarschijnlijk heeft de vroegere mijnbouw daar in totaal zo'n twintig ton vuursteen opgeleverd, genoeg voor miljoenen gebruiksvoorwerpen. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat deze voorwerpen tot op honderden kilometers afstand in Duitsland en Frankrijk zijn verhandeld en gebruikt. Vuursteenwinning vindt tegenwoordig plaats in twee groeven nabij Maastricht: de groeve van de ENCI en groeve 't Rooth. Na de winning van het vuursteen wordt het vermalen tot verschillende grofheidsfracties. De Nederlandse vuursteenproductie bedraagt ongeveer tweeduizend ton per jaar.