Over gekken en dwazen

Blogger: Wiel Beijer - Wandelen met Wiel

Wandelend door het herfstbos met nauwelijks nog rode of gele herfstbladeren aan de bomen kijk ik voor de afwisseling eens wat intensiever naar de stammen van die bomen. Of beter gezegd naar verminkingen van die boomstammen. Ik zie namen, initialen, jaartallen, soms lees ik een boodschap zoals het aloude ‘ik houd van jou’ in de vorm van een hart. Vaak zijn beuken het slachtoffer. Vanwege hun gladde bast.

Ik geef grif toe, vroeger als kind heb ik het ook gedaan. Met mijn zakmes of de dolk die ik van mijn vader cadeau kreeg tijdens een vakantie in de Eifel mijn voornaam of mijn initialen in een beuk kerven in het Imstenraderbos of het Hambos. Jongens deden dat in mijn jeugd. Niemand van ons realiseerde zich dat deze gemaakte littekens heel lang en op dezelfde hoogte zichtbaar blijven. Misschien wel vijftig, zelfs honderd jaar.

 

Ze zijn er nog als ik er al lang niet meer ben. Aldus heb ik mij onsterfelijk gemaakt in de bast van een beuk. Nu nog zou ik mezelf kunnen terugvinden als ik zou weten welke boom mijn slachtoffer was. Mijn ‘Wiel’ of 'WB’ zijn namelijk op dezelfde hoogte gebleven als toen ik ze een halve eeuw geleden met mijn nieuwe dolk in een boom kerfde. De boom groeide ondertussen wel groter, maar deed dat vanaf de top richting zonlicht. Mijn letters van toen zijn met de jaren alleen wat ‘vetter’ geworden, omdat de boom in kwestie wel in de breedte is gegroeid met nieuwe jaarringen.

Ik hoop dat de inkervingen van mijn jonge ik vrij oppervlakkig waren. Dan is de boom hersteld van de door mij toegebrachte verwonding. Diepe inkervingen kunnen met name bij beuken de sapstroom van de wortels naar de bladeren en terug beschadigen. Ter plekke herstelt die wond nooit. Soms gaat zo'n boom zelfs dood. Met name als er grote horizontale wonden zijn gekerfd. Dan kunnen meer sapstromen onderbroken zijn en daardoor kan een hele boom afsterven. Gelukkig komt dat niet zo vaak voor.

 

Ik geloof niet dat ik als verliefde tiener een boom heb ‘verrijkt’ met de naam van mijn lief compleet met een hart en een jaartal. Al durf ik dat niet met honderd procent zekerheid te beweren. Tijdens boswandelingen kom ik regelmatig een gekerfde liefdesverklaring tegen in een boomstam. Soms van heel wat jaartjes geleden. Het is een oud romantisch gebruik.

In de Eifel en in de Ardennen zag ik weleens bomen waarin Amerikaanse of Duitse soldaten tijdens het Ardennenoffensief en de Slag in het Hürtgenwald eind 1944 begin 1945 zichzelf of de naam van hun wachtende lief ver weg thuis hebben vereeuwigd terwijl ze in dat donkere winterbos vol kale bomen de dood in de ogen keken. Wie neemt hen dat kwalijk? Niemand toch?

Mensen die tegenwoordig hun naam in een boom willen kerven moeten echter weten dat het anno nu strafbaar is. Ziet boswachter Niki dat je in een boom staat te kerven, dan kun je een bon krijgen.

Wandelend langs gewonde bomen vroeg ik mij laatst af hoe ook alweer het gezegde luidt? Is het: ‘Op hekken en ramen vind je van gekken de namen’. Het rijmt in ieder geval wel. Thuis toch maar even Google geraadpleegd. Die zegt: ‘Gekken en dwazen schrijven hun namen op deuren en glazen’. Klinkt plausibel, maar verderop lees ik: ‘Dwazen en gekken, schrijven op deuren en hekken’. Kies maar.

En voor verliefde boom-kervers-in-spé vond ik dit gedicht (met een foutje) dat zomaar in Candlelight voorgedragen had kunnen worden:

Ik schrijf je naam in het zand
Het spoelt weg
Ik kerf je naam in een boom
Het groeit eruit
Ik schrijf jouw naam in mijn hart
En daar blijft die voor altijd