Kanaliseren vanuit Limburgs Mooiste

Blogger: Wiel Beijer - Wandelen met Wiel

De hitte ligt eindelijk achter ons. Voor ons ligt een ongetwijfeld prachtige herfst met zijn warme rode en gouden kleuren en met misschien wel een 
Indian Summer als toetje, voordat de winter begint. Een winter die waarschijnlijk weer geen winter zal zijn, maar fris genoeg om lekker te gaan wandelen. Tijdens een hittegolf ben ik geen fanatiek wandelaar, ben ik niet vaak op pad door bos en boerenland. Dan zit ik liever binnen met een goed boek niet ver van een ventilator.

En als ik dan toch een eindje wil wandelen, dan ga ik naar de fitness en maak daar met airco aan wat kilometers op de band. Op die band kan ik ook heuvels beklimmen. De hellingpercentages kan ik zelf instellen. Maar echt is ook hier beter dan namaak. Sommige mensen gaan heel vroeg in de ochtend wandelen, maar ik ben geen vroegwandelaar. De vroege ochtend is voor mij voor de koffie en de kranten.

Maar zodra de temperatuur weer onder die dertig graden duikt, de hoge luchtvochtigheid verdwenen is en er ook nog een fris windje waait, ja er zelfs een kleine kans is op een buitje, dan wil ik naar buiten. Dan is er geen houden meer aan. Om mijn wandelbenen weer te kanaliseren, maak ik graag kilometers langs het Julianakanaal. Het is er vlak, maar ook weer niet. Je moet namelijk af en toe een trap op of af en in het hellingbos gaat het ook op en neer. Kortom een ideale voorbereiding op de klimklassiekers in het najaar.

Dus gaan we na de koffie en de kranten naar Elsloo voor een wandeling in het kanaalgebied tussen Stein en Geulle. Als startpunt kiezen we Op de Berg in het oude beschermde dorpsgezicht van Elsloo. Het dorp dat niet de titel veroverde van mooiste dorp van Nederland (Winsum wint ‘um’), maar daarom niet minder mooi is. We starten op de top nabij de Sint-Augustinuskerk en dalen vandaar af naar het kanaal. Daar steken we de brug over. Halverwege de brug blijven we even staan om te kijken naar een passerende grindboot. Na de brug wandelen we over het fietspad dat tevens voetpad is in richting van de Scharbergbrug waarover het verkeer van België naar Nederland en omgekeerd raast. De Scharberg is de naam van de berg die de kanaalbouwers bij de aanleg moesten doorsnijden. De twee kilometer lange brug is gebouwd op de plek waar Grensmaas en Julianakanaal elkaar bijna kussen. Dan langs het kanaal richting Meers. Het valt op hoeveel herrie dat autoverkeer maakt en tot hoe ver die herrie reikt.

Sinds in 1934 het Julianakanaal gereedkwam is Meers een ingesloten dorp dat ligt tussen het kanaal en een bocht van de Grensmaas. Het dorp, waartoe ook Kleine Meers en Maasband behoren, kent de kuren van de wildwaterrivier die luistert naar de koosnaam Moeder Maas. Maar Moeder Maas was niet altijd een lieve en zorgzame moeder. Ze kon onstuimig en onberekenbaar zijn. Zoals tijdens de grote overstroming in 1643, toen de Maas naar verluidt het hoogste waterpeil ooit bereikte en toen overal de dijken doorbraken en veel mensen het leven lieten. Een deel van Meers verdween in de golven. Daarna keerde het woeste water nog vaak terug. Onder meer in 1880, 1926 en 1993. Ik herinner mij van 1993 het bezoek - ik dacht op 22 december - van koningin Beatrix. Ik volgde haar die dag als journalist van De Limburger tijdens haar bezoek aan enkele overstroomde Limburgse dorpen. Zij was allesbehalve een ramptoerist. Ik zag Beatrix geschrokken en bezorgd kijken en betrokken in gesprek gaan met gedupeerden dorpsbewoners. Zij was die dag eerder de zorgzame moeder dan Moeder Maas.

Vandaag ligt Meers er vredig bij en stroomt de Grensmaas inmiddels met een veiligere verbrede stroomgeul in dezelfde bocht om het dorp heen. Op de kanaaloever wacht ondertussen waarschijnlijk al vele uren een kanaalvisser met twee hengels geduldig op vangst en wachten een grootmoeder met haar ongeduldige kleindochter op een bank op bootjes die maar niet willen komen. “Het is fris”, zegt de vrouw.  “Het is lekker fris”, zeg ik. Bij Stein gaan we via de brug weer naar de andere kanaaloever. Eerst wandelen we een stukje langs het beekje de Ur. We passeren Gasterie de Fontein en de kasteelruïne met zijn idyllische vijver en wandelen door het bos. Dan weer onder die autowegbrug door en langs het kanaal terug naar Elsloo. We gaan hoog op de vroegere Scharberg op een bank zitten, eten een boterham en kijken naar het plaatje van de bocht in het Julianakanaal. Slechts een boot passeert. Er is weinig kanaalvaart vandaag.

Daarna wandelen we een eindje door het oude dorp en vervolgens door het prachtige kasteelpark. Over het spoor en via het gehucht Catsop naar Hussenberg. Dan de slingerende Snijdersberg afdalen. Vlak voor de spoortunnel nemen we het pad rechtsaf om terug richting Elsloo te wandelen. Door het fraaie schaduwrijke hellingbos en verderop samen met de Hemelbeek via een smal en donker bakstenen tunneltje onder de spoorweg door. Door het bos verder langs de beek en nog even langs het kanaal wandelen we naar het terras van kasteel Elsloo. Ook het oude kasteel verdween bij de hoge waterstand van 1643 in de schoot van Moeder Maas.

Na de aangename terrasonderbreking de laatste wandelmeters terug naar het startpunt. Als toetje mogen we pittig bergop via een kasseienweg waar de plaatselijke wielercoryfeeën Sjefke Janssen (Nederlands kampioen in 1947) en Harrie Steevens (winnaar Amstel Goldrace in 1968) ongetwijfeld vaak omhoog zijn gezweet. Langs het streekmuseum, gevestigd in het 17e eeuws Schippershuis, lopen we verder omhoog naar de kerk. Ontegenzeggelijk een mooi dorp dit oude Elsloo en dit jaar in ieder geval Limburgse Mooiste! Nog een laatste blik op een klein stukje van het 36 kilometer lange kanaal tussen Borgharen en Maasbracht, dat min of meer parallel loopt met de Grensmaas en zijn eigen plek heeft verdiend in natuur- en recreatiegebied Rivierpark Maasvallei.