Verwaarloosde kruisjes. Vervallen en vergeten kruisjes. Ik kom ze vaak tegen tijdens wandelingen. Maar gelukkig zie ik ook vaak schoongepoetste en vers geverfde kruisjes. Misschien omdat ik er al wandelend op let vanwege een soort kruisjes tik?
Verwaarloosde kruisjes. Vervallen en vergeten kruisjes. Ik kom ze vaak tegen tijdens wandelingen. Maar gelukkig zie ik ook vaak schoongepoetste en vers geverfde kruisjes. Misschien omdat ik er al wandelend op let vanwege een soort kruisjes tik?
Regelmatig zie ik echter kruisjes waarvan de gekruisigde op zijn minst een vochtige spons verdient en liefst een likje verf. Oude kruisjes die hangen aan vervallen kapelletjes of aan gevels van huizen waarvan de bewoners misschien wel van hun geloof zijn gevallen. Zelfs aan bomen zie ik soms een kruisbeeld uit vervlogen tijden hangen. Zo'n verwaarloosd kruisbeeld verdient beter, denk ik dan, want ook die crucifix behoort tot ons cultureel erfgoed.
Een kruis boven de voordeur betekent al eeuwenlang zoveel als: je bent welkom. En voor christenen behalve dit welkom ook dat Christus de bewoners en de bezoekers van het huis beschermt. Er was een tijd dat vrijwel elk huis zijn kruisje had.
En dit laatste bedoel ik niet in de betekenis van ‘elk huisje heeft zijn kruisje’, wat zoveel betekent als ‘in ieder gezin is ook narigheid’. Huisje staat in dit geval voor de familie en kruisje voor het verdriet, de moeilijkheden waarmee eenieder in zijn leven te maken krijgt. Het kruis dat ieder mens moet dragen, zoals ook Jezus zijn kruis moest dragen naar Golgota en zoals Christus op elk crucifix is bevestigd om die lijdensweg te benadrukken. Daarom is het kruis voor gelovigen vooral het symbool voor de verzoening tussen God en de mensen.
Maar ons kruis bestond al vele eeuwen vóór Christus. Niet alleen om het te gebruiken als moordwapen en er mensen die een zware straf verdienden aan vast te spijkeren en ze te laten lijden totdat de dood erop volgde. Het kruis was vooral een symbool voor de synthese tussen hemel en aarde en het symboliseert de vier windrichtingen. Maar ook zonder de gekruisigde eraan vastgespijkerd kun je een kruis zien als een mensengedaante met twee uitgestrekte armen.
Kortom we zouden de oude kruisjes aan onze huisjes moeten koesteren. Bewoners van vaak mooie en verder goed onderhouden monumentale woningen moeten die kruisjes niet verwaarlozen tot ze van ellende van de gevel donderen. Af en toe een vochtige spons en om de paar jaar een likje verf doen wonderen en beschermen kostbare culturele erf-kleinoden, die misschien wel de bewoners beschermen. Je weet het immers maar nooit.
En tot mijn mede-wandelaars zeg ik: kijk tijdens wandelingen ook af en toe boven de voordeur van de (vakwerk)huizen die je passeert. Niet alleen kijken, maar ook zien.