Wandelboswachter Ellen op de Brunssummerheide

Heideheuvelland - Brunssummerheide

Het is augustus, dé tijd dat de heide bloeit. Dat wil ik ieder jaar weer beleven, dus rijd ik naar de Brunssummerheide voor een mooie heidewandeling. We gaan eens kijken wat er in dit gebied te ontdekken valt. Wil je ook van de heide genieten, wacht dan niet te lang.

Ik start vanaf het parkeerterrein bij de rotonde van EuroParcs. Vandaag gaat vriendin Helen mee; ze woont in Brunssum en met dit gebied als achtertuin kent ze de mooiste plekjes op haar duim. Zodra we bij het poortje bij Brasserie De Uitvlucht het gebied in gaan, heuvelt het pad meteen en voor we het weten kijken we uit over de paarse heide.

Tingeling, tingeling klinkt het. Ah, de schaapsherder is in het gebied. We horen de belletjes van de schapen. Wellicht komen we ze straks nog tegen. Bij een poel springt een kikker weg en hebben we zicht op de heuvel die zich het hoogste punt van de Brunssummerheide mag noemen. 

Ondanks dat we vroeg op pad zijn, voel ik de warmte van de zon wel. Gelukkig is er ook bos en wandelen we door een stukje naaldbos dat ooit voor de mijnbouw werd aangelegd. Als een relict uit die tijd staat dit bos hier. Het lijkt wellicht een saai bos, maar wie beter weet, ziet hier mooie mossen, paddenstoelen en zelfs zeldzame planten.

We dalen af en komen bij de Koffiepoel. Dit is een overblijfsel van de bruinkoolwinning die hier de eerste helft van de 20e eeuw plaatsvond. De naam van de poel verwijst naar de kleur van…. bruinkool. Het dekzand van deze oude groeve is een stukje verderop neergelegd. Dat is het stuifzand bij de Roode Beek. Eerst komen we bij de bronnen van de deze beek.

Een tip: schoenen uit en heerlijk pootjebaden in het water en daarna picknicken op het zand. Liever de voeten droog houden? De bronnen van de Roode Beek komen uit het hoogveen. Hier groeien bijzondere planten als ronde zonnedauw en beenbreek. Over de naam van de Roode Beek bestaat een legende. De Hessen en de Romeinen voerden een hevige strijd over het gebied. Door het bloed dat daarbij vloeide, kleurde de beek rood. De echte rode kleur moet gezocht worden in de ijzerrijke bodem.

Voor ons uit vliegen bruine beestjes die blauw worden zodra ze springen. Het zijn blauwvleugelsprinkhanen. Ik waag een tevergeefse poging om ze op de foto te zetten. Ze zijn te snel. Ze zitten graag op het pad om zich op te warmen, maar vallen dan nauwelijks op. Zodra ze wegvliegen gaan de vleugels open en komt er een helderblauwe kleur tevoorschijn. Deze kleur zorgt ervoor dat vogels op afstand blijven.

Een vlonderpad brengt ons over een moerasje weer de heuvel op die leidt naar het stuifzand. Wat is het zand wit! Dit is geen gewoon zand, dit is zilverzand, zand dat is 20 miljoen jaar oud en hier is neergelegd toen Brunssum aan zee lag. Hier speelt de wind met het zand en zorgt zo voor een dynamisch landschap. Via de Schrieversheidevennen lopen we terug. Hier blijft het water staan, omdat een ondoordringbare kleilaag in de bodem het water vasthoudt. De vennen worden gevoed met regenwater. De schaapsherder staat met zijn kudde aan de andere kant van de vennen.

Een prachtige eik aan de rand van de heide laat ons nog een keer omdraaien en over het paarse heide heen kijken. En dan hup, nog een laatste klim door het mulle zand en dan roept de lunch in Brasserie De Uitvlucht. Hier is het met uitzicht heerlijk nagenieten van deze wandeling in het heideheuvelland.