Detail

Groeve Beaujean-Quaedvlieg

Unolaan
Heerlen
Beaujean en Quaedvlieg zijn bekende namen in Limburg, en met name in de regio Heerlen. En dat is niet voor niets. De families hebben namelijk een belangrijke rol gespeeld in de zilverzandwinning in Heerlen en hebben vele inwoners aan een baan geholpen.

Grote vraag naar zilverzand
Zilverzand is al eeuwen bekend in dit deel van Heerlen. Het werd veelvuldig gebruikt als strooizand voor op de vloer en tot in Valkenburg aan de man gebracht. 

Toen de bouw van de mijnwerkerswoningen begin 20e eeuw op gang kwam, steeg ook de vraag naar zilverzand. Want hoewel het zand niet geschikt was als metselzand, deed het wel uitstekend dienst als stukadoorszand. 

De grootschalige winning van zilverzand werd op gang geholpen door de Oranje-Nassaumijnen, die zand nodig hadden voor aanleg van de spoordam vanaf de Oranje-Nassau I in Heerlen naar de Oranje-Nassau III in Heerlerheide. 

Dit vormde omstreeks 1914 de start van de afgraving van de Kroeselenberg, waar nu nog de bedrijfsgebouwen in de Beaujeangroeve staan. Initiatiefnemer voor deze afgraving was landbouwer en veehandelaar Mathijs Jozeph Beaujean. Bij het afgraven van de Kroeselenberg stuitte hij op het zilverzand, dat zoon Hendrik Jozef vervolgens ging verhandelen.

Gestage groei
De exploitatie van zilverzand kwam goed op gang in de Eerste Wereldoorlog, toen Philips uit Eindhoven op zoek moest naar binnenlandse grondstoffen voor de productie van gloeilampen. Het zilverzand uit Heerlerheide voldeed aan de strenge eisen. 

Na de oorlog verschoof de afzet richting Maastricht, naar de Mosa, Stella, Sphinx en Céramique fabrieken voor porselein en glas. De groeve groeide gestaag en meerdere familieleden hielden zich met de delfstofwinning bezig. Rond de Tweede Wereldoorlog was dit de tak Beaujean-Voncken (de nog actieve groeve) en Quaedvlieg-Beaujean (het afgewerkte deel van de groeve aan de zuidoostzijde). 

Naast de familie Beaujean bestierde ook de familie Mertens een groeve, die later opging in de nu zichtbare groeve. De familie Beaujean hield in de Tweede Wereldoorlog mede het hoofd boven water door het opzij zetten van de dekgrond, zodat na de oorlog het zilverzand direct leverbaar is. Mechanisatie van de zandwinning volgde snel.

De stedelijke ontwikkeling van Heerlen stond echter ook niet stil. Bij aanvang van de zilverzandwinning bestonden alleen de buurtschappen Pappersjan en Roebroeck aan de zuidzijde en de mijnkolonie Versiliënbosch aan de noordoostzijde. De begraafplaats van Heerlerheide, de mijnkolonie Heksenberg en de Maria Chistinawijk kaderden het gebied verder in. 

In eerste instantie grensden zij niet direct aan de groeve, maar na de Tweede Wereldoorlog ontstond grote behoefte aan grondstoffen én woningen. Als gevolg hiervan wordt de groeve nu geheel omgeven door woonwijken. In de jaren ’60 van de vorige eeuw keek je vanuit de woningen aan de Belgiëlaan en de Vrijheerenlaan nog zo’n 25 meter de diepte in! 

De Unolaan en het parkgebied rondom de Unolaan zijn pas later aangelegd, na het opvullen van het noordelijke en noordoostelijke deel van de groeve.

Winning onder de waterspiegel
De huidige groeve is nog in bedrijf. Datzelfde geldt voor de groeves Heerenweg-Oost en -West, die ongeveer een kilometer naar het zuiden gelegen zijn. 

Hier worden nu de zilverzanden onder water ontgraven waarvoor in de jaren ‘20 en ’30 van de vorige eeuw nog niet de juiste technieken bestonden. Dankzij de huidige zeef- en zuigtechnieken kan goed ingespeeld worden op de vraag naar specifieke soorten zilverzand. Hierdoor is de zichtbare activiteit in de verschillende groeves niet altijd gelijk.

Toegankelijkheid


Er zijn geen noemenswaardige gehandicaptenvoorzieningen

Routes in de buurt

Leuks in de buurt!