Stilte buiten het stiltegebied

Blogger: Wiel Beijer - Wandelen met Wiel

(Zoals mijn lezers weten, blijf ik ook in deze barre tijden van coronadreiging met plezier wandelen. Naar buiten gaan en bewegen is immers ook nu, of beter juist nu, goed voor je, indien je het doet overeenkomstig de regels: dus solo of met je partner, drukte mijden en minstens 1,5 meter afstand houden van andere wandelaars. In ons aller belang. Dit gezegd hebbende...)

 

“De stilte der natuur heeft veel geluiden.” Dit schitterende citaat van de schrijver Adriaan Roland Holst las ik enkele dagen geleden op een houten plankje bevestigd aan een houten weidepaal op het schattige landgoed Wolfhagen. Ergens tussen voetpad aan de Lange Rijn in Oirsbeek en de Scholtissenholenweg in Wolfhagen.

 

We wandelden in het gebied tussen Windraak, Doenrade, Oirsbeek en Puth. Prachtig wandelgebied met op veel plekken gegarandeerde stilte. Zeker nu. Misschien wel evenveel stilte hier als in ieder geval op een doordeweekse dag in het officiële benoemde stiltegebied in het Heuvelland.

“Stilte, jij bent het mooiste wat ik ooit heb gehoord”, citeer ik instemmend de Russische schrijver Boris Pasternak. Maar wat is dat, stilte? “Stilte: een gat in het geluid.” Zo omschreef althans de dichter Bert Schierbeek dat geluidloze. 

Die stilte konden wij soms letterlijk horen te voet onderweg in dat grotendeels geluidloze gebied tussen Windraak en Oirsbeek. Er was geen hinderlijk vliegverkeer, er waren geen knetterende motoren. Alleen fluitende vogels. Soms een blaffende hond in de verte of in diezelfde verte luidruchtig spelende kinderen opgesloten in een tuin. En wat fietsers en wandelaars. Net als wij stille genieters.

We startten boven op de Wéndjraak, zoals het gehucht Windraak in het dialect heet. Het lijkt inderdaad of er altijd wel wat wind staat daarboven op de Windraak met uitzicht op Sittard en op Geleen. We komen langs Huize Seraphine, het kloostertje van de Liefdezusters van het Kostbaar Bloed. Wat een mooie naam voor een kloosterorde. Liefde, zusters, liefdezusters. Even verderop passeren we het speciale bankje voor Pieterpadders met het vriendelijke opschrift: “Als uw tong droog voelt als leer en blaren kwellen al te zeer, vindt dan hier uw krachten weer.”

Over het Plateau van Doenrade met zicht op de kerktoren van Huis Watersley en de Kollenberg. Vervolgens door een prachtige holle weg omhoog naar Doenrade. Een rondje door het dorp langs enkele mooie monumentale vroegere boerenhoeves en dan via Klein Doenrade, het nieuwe natuurgebiedje de Beukenberg – hier lag vroeger de stortplaats waar mij ome Wiel die in Klein-Doenrade woonde elke dag ging neuzen en er altijd wel weggeworpen spiksplinternieuwe spullen vond – afdalen naar het in een droogdal gelegen Oirsbeek.

Even een stil respectvol bezoekje brengen aan de Fatimagrot. Deze uit de kluiten gewassen uit Kunrader steen opgetrokken Mariagrot hebben de inwoners van Oirsbeek in 1945/1946 gebouwd uit dankbaarheid voor het einde van de oorlog. Oirsbeek kwam redelijk ongeschonden uit die verschrikkelijke oorlog. Voordat we buiten Oirsbeek aan de beklimming van het voetpad aan de Lange Rijn beginnen, genieten we eerst van ‘Jong Limburg’. De toekomst. In de ene wei drie blij huppelende veulens met hun drie trotse moeders en aan het begin van de klim in een ander weiland tientallen piepjonge lammetjes en hun moeders.