Processie zonder rups

Blogger: Wiel Beijer - Wandelen met Wiel

(Zoals mijn lezers weten, blijf ik ook in deze barre tijden van coronadreiging met plezier wandelen. Naar buiten gaan en bewegen is immers ook nu, of beter juist nu, goed voor je, indien je het doet overeenkomstig de regels: dus solo of met je partner, drukte mijden en minstens 1,5 meter afstand houden van andere wandelaars. In ons aller belang. Dit gezegd hebbende...)

 

...Als tiener in het overwegend katholieke zuiden wist ik zo'n halve eeuw geleden één ding zeker: Als de sacramentsprocessie door de met bloemen en vlaggen versierde straten trekt, dan is er kermis. Dan mogen we weer in de rups. Meebrullen met Wooly Bully van Sam the Sham & the Pharaos. Met twee handen naar die springerig zwevende pluim grijpen om een gratis rit te versieren. En … zoenen met je eerste serieuze verkering als eindelijk het doek valt en de sirene loeit!

Dat was toen. Anno nu lijkt aan die kermiszekerheid vooralsnog een einde te zijn gekomen. Door corona dit jaar geen processie of bronk, zoals wij de processie noemen, en geen kermis. Dus ook geen rups. Ja, de eikenprocessierups is dit voorjaar in groten getale wedergekeerd, maar daar heeft deze wandelaar liever geen innig contact mee.

Wandelen mag. Toch ook een vorm van processie. Zeker in Zuid-Limburg waar je niet kunt wandelen zonder veldkruisen en kapellekes te passeren. Maar een processie zonder alles wat van de bronk zo’n bijzonder kijkspel maakt. Zonder de schutterij met voorop de bielemannen, zonder de met bloemen versierde rustaltaren, zonder maagdenkoor gekleed in blauw en wit dat maagdelijk met palmen zwaait en liedjes voor Maria zingt, zonder zandschilderingen op het asfalt, zonder de immer kijk-mij-eens kijkende effe wiechtigen, de bestuurders in hun frakjassen, zonder harmonie St. Caecilia die de processiemars speelt om het loopritme aan te geven, zonder misdienaars die al te enthousiast met wierookvaten zwaaien én zonder pastoor ernstig kijkend met het allerheiligste – de geconsacreerde hostie in de monstrans die hij stevig met twee handen vasthoudt - onder zijn ‘hemel’.

Inderdaad dit jaar ook zonder die stoere bielemannen met stoere baard en vervaarlijk ogend bijl op een schouder. Want zonder de bijlmannen, geen processie. Althans in vroegere dagen. Gezegd wordt immers dat zij in tijden van godsdiensttwisten versperringen moesten verwijderen die de nacht voorafgaande aan de ommegang in het geniep door Staatse protestanten waren opgeworpen om de katholieke bronk dwars te zitten. Er schijnt geen bewijs voor te zijn, maar het blijft een mooi verhaal.

In Zuid-Limburg kun je tegenwoordig enkele historische processieroutes wandelen. Eentje van ruim 17 kilometer die voert van Voeren (België, dus nog steeds voor ons afgesloten) via Mesch, Mheer en Noorbeek. Deze route is gemarkeerd met zilveren schildjes. De andere prachtige route loopt helemaal over het grondgebied van de gemeente Eijsden-Margraten en is ruim tien kilometer lang. Ze volgt de historische route van de Groete Bronk van Gronsveld en voert de wandelaars door het mooie Savelsbos en via Eckelrade en Rijckholt. Deze route is gemarkeerd met bordjes met daarop Sint-Martinus te paard.

Ik moet aan de bronk met zijn bielemannen denken als ik tijdens een boswandeling weer eens op een versperring stuit. In de vorm van een omgewaaide boom. Pal op het wandelpad. Die blijven tegenwoordig liggen. Worden niet zoals vroeger opgeruimd. Om de kevers en de zwammen te gerieven, wordt gezegd. Geen bieleman van Staatsbosbeheer die er op losgaat met zijn bijl en de weg vrij maakt. Nee, want dood hout brengt nieuw leven in het bos. Dus maakt deze wandelaar zonder mopperen een boogje om de gevallen boom. Of klautert er overheen.

Tegen het einde van mijn route met hindernissen passeer ik tegenwoordig steevast een laatste obstakel: de gesloten poort bij het boscafé. Dit obstakel wordt echter op 1 juni geruimd. Zonder bieleman, maar gewoon met een sleutel die de poort opent zodat deze wandelaar na het nemen van al die hindernissen onderweg op het terras op 1,5 meter afstand van andere wandelaars een welverdiend glas goed getapt bier kan drinken. En na een flinke slok met enige weemoed terugdenkt aan die hobbelritjes op processiezondag in de rups met mijn verkering op een harde houten bank op veel minder dan 1,5 meter afstand van elkaar...